1. Onfatsoenlijk gedrag luistert niet, komt zn afspraken niet na, geeft geen duidelijke antwoorden, discrimineert, gebruikt alleen maar argumenten zoals: geen geld, heb ik niets over te zeggen, moet u niet bij mij zijn etc. Goede service, heldere afspraken ook al kunnen klachten niet gelijk opgelost worden, nakomen van afspraken (bel terug..) rustige en evenwichtige (zoveel mogelijk) persoonlijke benadering.
2. Directeur/Chef.(ontevreden)
Durft weinig of geen verantwoordelijkheid te dragen (bang voor fouten), Ego-tripperij. Niet echt betrouwbaar. Niet flexibel, In staat om dingen die goed lopen negatief te benvloeden. Contact met hem/haar levert verveling of problemen op. Zaken met mogelijke precedentwerking niet vooraf bespreken.
Tevreden Directeur/Chef
Hij/zij neemt verantwoordelijkheid maar weet ook wanneer hij hulp moet vragen. Hij springt in op probleemsituaties en werkt aan oplossingen. Neemt een goede positie in (eigen visie) wanneer hij door tegengestelde belangen onder druk komt te staan. Hij /zij is in staat zijn doen en laten te beargumenteren. Hij /zij probeert begrip (geen gelijk) op te roepen, etc. Kan eigen handelen overzien op precedentwerking.
3. Collegas (ontevreden)
Hij/zij is een individualist. Niet een van ons. Betrouwbaar?. eerst zelf en dan pas de ander.
Statusgevoelig. Als assistent steeds vertellen hoe het anders moet, Betweter. Geen gevoel voor humor. Alleen maar oog voor het zakelijke. Dat doe ik niet, staat niet in mijn functiebeschrijving.
Collegas (tevreden).
Een van ons. Betrouwbaar flexibel, humoristisch en gericht op samenwerking. Neemt eigen verantwoordelijkheid. Levert goed werk en is collegiaal.
4. Vacature/zelf. (je positie). Waar gaat het goed en waar gaat het fout?.
- Klanten. De klant kan boos worden omdat hij onfatsoenlijk wordt benaderd, geen concrete antwoorden krijgt, onredelijk is, gelijk heeft, de klacht nog steeds niet is verholpen.
- Werkbonnen. Werkbonnen in geautomatiseerd systeem, belangrijk i.v.m. gegevensanalyses (financieel, werkdruk etc.) Collegas van de administratie worden boos wanneer je die dingen niet goed invult. Invullen van werkbonnen roept controlegevoel op (geen hobbyisme).
- Assisteren projectvoorbereiding. Samenwerken met de ontwerpers/voorbereiders. Binnen en buitendienst werk, gericht op nieuwbouw en renovatie.
- Medesamenstellen meerjarenbegroting, onderhoud en beheer op papier vastleggen waardoor geld wordt vrijgemaakt om plannen van onderhoud en beheer uit te kunnen voeren. Doe je dit niet dan kun je voor plotselinge hoge uitgaven komen te staan.
- Woningaanpassingen: gehandicapte/zieke mensen die woonvoorzieningen nodig hebben, met kleine “uitvindingen” kun je veel doen. Heb ik ervaring met gehandicapte medemens? Drempels weg, alles gelijkvloers etc. Samen met de mensen een goed plan opstellen om geld (subsidie) te krijgen en daarna de zaak technisch uitvoeren.
- Woningkartotheek mede opzetten.
- Vervangen van de opzichter. Wanneer?? Vakantie, ziekte verlof (vakantieplanning???)
- Zelfstandig kunnen werken. Is dat wel zo??. Er wordt veel geschreven over assisteren/mede samenstellen/mede opzetten. (spanningsveld) In de brief opnemen dat je afhankelijk van het werk zowel zelfstandig als ondersteunend kunt werken
5. Wat kan ik fout doen met bestuur-overheden- projectontwikkelaars en uitvoerders-verkeerde richtlijnen- discriminatie-integriteit.
6. Alles onderstreept.
Test: Weet ik vanuit verschillende posities wat er mis kan gaan. De lijst met trefwoorden wordt vluchtig gecontroleerd op volledigheid (Ve) totdat het gevoel opkomt (Ki) dat hij in herhaling valt en aanvullingen uitblijven.
Stap 6. Afronding.
Hij leest de advertentie (Ve) nog eens in zijn geheel door en ervaart (Ki) dat hij op alle onderdelen weet wat er wordt bedoeld en wat er mogelijk mis kan gaan. Bij twijfel wordt het onderdeel apart belicht.
Verzamelt alle (onderstreepte) informatie.
De stappen verlopen van globaal naar specifiek. Op deze manier blijf je bewust van het feit dat je deel uitmaakt van een groter samenwerkingsverband. De relatie tussen de stappen is het gegeven dat zowel de globale informatie (maatschappelijke context) als de specifieke informatie met elkaar worden verbonden. Hierdoor wordt alles wat invloed kan hebben op de functie helder. Na elke stap doorloopt hij snel nog de vorige stappen en vraagt zich af of er nieuwe informatie vrijkomt.
Peter Simons Advies/Training/Persoonlijke Coaching Wildenkamp 18
5953 GA Reuver
Telefoon: 077 – 474 31 98