1. Herken de positieve intentie achter de ’negatieve’ weerstands-uiting.
2. Erken dit door het geven van een reflectie.
3. Geef er een draai aan die de cliënt aan het denken zet (bijv. een herkadering)
Een voorbeeld kan dit verhelderen: stel de cliënt zegt bij het 1e contact: ’ik zit hier alleen maar omdat ik moet van de rechter’. Een begrijpelijke maar weinig productieve gedachte bij de hulpverlener is dan: ’Zucht, alweer zo’n cliënt die niets wil! Ik zal hem eens even uitleggen hoe het hier werkt’. Dit zal echter de weerstand van de cliënt doen toenemen.
Als u de stappen toepast, zou uw reactie als volgt kunnen verlopen:
1. U bedenkt: ’hij voelt zich gedwongen en ondanks zijn tegenzin is hij hier naar toe gekomen’.
2. U zegt: ’je hebt er helemaal geen zin in en toch ben je hier naar toe gekomen.’ (De kans is groot dat de cliënt bevestigend reageert, waarna u enig begrip kunt tonen)
3. U voegt er aan toe: ’goh, ik vraag me af hoe we onze tijd nuttig kunnen besteden, wat denk jij?’
Dit is slechts één techniek om met weerstand om te gaan; er zijn er te veel om in dit artikel te behandelen, maar de basis is altijd begrip voor de beleving van de cliënt, zonder zelf in te leveren op uw eigen waarden en doelen. Soms is het wel nodig uw eigen waarden en doelen tijdelijk in de wacht te zetten en eerst vooral te Luisteren (inderdaad: met een hoofdletter!)
Voordat je effectief met weerstand om kunt gaan is het een voorwaarde dat je het niet ziet als ongewenst en bedreigend, maar als iets natuurlijks. In feite is weerstand een gezonde menselijke reactie op een verandering waar iemand (nog) niet klaar voor is of die hij/zij als bedreigend ervaart. Het is vrij zinloos om daar als veranderaar tegen te vechten omdat het averechts werkt en uitputtend is en toch is dat wat we doen als we de discussie aangaan of iemand op argumenten proberen te overtuigen. Het frappante is dat in andere contexten weerstand soms als positief en zelfs noodzakelijk wordt ervaren: een danspaar bijvoorbeeld heeft enige weerstand van elkaar nodig om de ander te kunnen leiden. Een medicus spreekt van ’gezonde weerstand’ als iemand niet snel ziek wordt. En een golfsurfer, tenslotte, ligt soms uren te dobberen tot er eindelijk een ’golf van weerstand’ aankomt om hierop zijn kunsten te vertonen.