Ik vind het belangrijk om echt contact te maken en om straks in mijn verhaal een link te leggen met wat er al gezegd is. Ik denk: “ik heb met iedereen wel een link”. Ineens voel ik een dieper gevoel van ontspanning diep in mijn bekken, een gevoel van “dit mag ik loslaten”. Ik voel dat mijn bekkengebied zachter wordt en ik een stukje zak en dieper zit. Ik kijk dan in gedachten naar beneden en zie hoe er vanzelf op een potje wordt ingezoomd, waardoor het groter wordt en zich opent. Omdat er wordt ingezoomd zie ik de rest van de potjes even niet. Degene die open gaat is in het midden gaan staan. Ik moet glimlachen en heb een gevoel van ‘oooo’. Ik besluit niet dát ik het ga vertellen, maar hiervoor zat het in een potje wat dicht was. Nu denk ik: ‘o, maar dat potje mag open, dit kan ik makkelijk inbrengen’. Sommige potjes komen ook al tevoorschijn zodra er een voorstelrondje komt, dat zijn niet de meest emotionele, maar hoe ik heet en waar ik woon staat altijd wel klaar.
Alle potjes die open gaan tijdens het voorstelrondje staan in het midden in een bundel van licht. Dat ze open staan betekent niet dat ik ze ook zeker ga vertellen. Ik denk: Alles mag, alles staat klaar.
4) Laat een onderwerp opkomen
Je bent nu aan de beurt en je bent nog niet begonnen met je verhaal.
Doel van deze stap: Terwijl je aan de beurt bent, de tijd nemen om naar binnen te gaan en iets op laten komen. Je gaat nog niet praten.
Je bent aan de beurt. Zeg tegen jezelf: “De informatie is er al, dat hoef ik niet te verzinnen” (Ad) [Of zoek in plaats daarvan een andere passende gedachte, dit zegt mijn expert]
Haal diep adem en ga op een manier zitten dat je je even kan afschermen van de groep en met je aandacht naar binnen kan gaan (EG>K)
Kijk in gedachten naar je centrum en stel jezelf de vraag: “wat zal ik als eerste gaan vertellen?” (Vr en Ad)
Wacht net zolang totdat er een reactie uit je centrum opkomt (>Vc/Ad)
[Bij de expert is dat een potje wat oplicht, met op het labeltje het onderwerp] Registreer alleen wat er opkomt (je gaat nog niet praten)
Zintuiglijk specifiek voorbeeld:
Degene naast mij kijkt me aan om de beurt door te geven. Ik ben aan de beurt en ik weet nog niet wat ik ga zeggen. Ik denk bij mezelf: “De informatie is er al, dat hoef ik niet te verzinnen”. Ik ga ervan uit dat een aantal potjes openstaan en ter beschikking staan. Ik ben me bewust van de ontspanning in mijn bekkengebied. Ik strek mijn rug, haal diep adem en vul mijn borstkas met lucht. Hierdoor voel ik me licht worden in mijn hoofd. Mijn hoofd is leeg. Terwijl ik uitadem, kijk ik naar beneden en zie in gedachten mijn bekkenbodem. Ik zie daar allerlei potjes openstaan. Ze staan in het midden in een lichtbundel. Er zijn er nog tientallen, maar die zie ik niet, want die staan niet in het licht. Ik vraag mezelf af wat ik als eerste zal gaan vertellen. Ik wacht rustig af. Eerst zie ik geen reactie, maar dan licht er ineens een potje op, het schuift ook op zijn plek. Ik zie het label van het potje en weet het onderwerp.
5) Praat vanuit je centrum
Doel van deze stap: Je centrum zelf laten praten, terwijl je ernaar kijkt en je hoofd ‘leeg’ is.
Kijk naar wat je centrum heeft aangeboden (Vr)
Geef je centrum in gedachten de gelegenheid om te beginnen, waardoor je start met praten (K/Vc/Ad>EG).
Zie je in gedachten je centrum praten (Vc). Je hoofd is leeg, je denken rustig.
Indien mogelijk: Maak oogcontact met degene die dat onderwerp ook heeft ingebracht en voel een verbinding tussen jullie (Vr en K).
Maak omstebeurt oogcontact met de aanwezigen en kijk naar de reacties (EG en Vr).
Indien je centrum nog meer aanbiedt tijdens je verhaal: laat het 1 voor 1 spreken zolang het goed voelt (Vc/Ad én K+>EG)
EG: merk dat je stem laag is, dat er pauzes in het verhaal zitten, het volume wisselt, en dat je langzaam praat. Laat je handen en je lichaamshouding de woorden ondersteunen.
Zintuiglijk specifiek voorbeeld:
Ik zie het potje wat zich aanbiedt en in gedachten maak ik met mijn hand een gebaar naar het potje van “kom maar”. Ik doe mijn mond open en het potje barst vanzelf los en het geluid komt direct door mijn keel naar buiten. Ik zie ook in gedachten mijn potje praten. Het verhaal ontstaat terwijl het praat. Als het gaat praten denk ik: “hoe minder ik denk, hoe beter het is”. Ik maak oogcontact met degene die dit onderwerp ook heeft ingebracht en voel daarbij een trilling tussen ons hart.
Ik voel me volkomen afgestemd. Dan maak ik ook met de rest van de groep omstebeurt oogcontact. Ik ben een soort beschouwer en ik kijk naar de reacties, want ik vind het belangrijk om mijn publiek te boeien. Ik voel me ontspannen en mijn hoofd is leeg. Ik hoor dat niet alleen het labeltje van het potje worden benoemd, maar ook de gevoelsinformatie die daaronder ligt. Ik zie dat de potjes 1 voor 1 op hun plek schuiven. Ik geef ze de beurt (kom maar!) en kijk wat er komt. Ik doe het niet zelf, maar ik laat het toe dat ze praten.
6) TOTE voor afronding
Doel van deze stap: Voel wanneer het genoeg is en je tevreden bent en geef de beurt door. Stel anders je verhaal bij: ga terug naar stap 4 en 5.
Input:
Kijk naar de reacties en luister naar wat het potje vertelt (Vr en Ar)
Je voelt ergens in je lichaam een gevoel opkomen van ‘dit is genoeg’ (>K).
Opmerking: Dit gevoel kan bijvoorbeeld opkomen doordat je aan de reacties zie dat het te persoonlijk is of oninteressant. Maar ook doordat je verhaal ineens ‘zomaar’ stokt. Of als je merkt dat er steeds minder woorden komen (alsof je uitgepraat bent). Of gewoon zomaar, dat je voelt ‘het is genoeg’. Alle gevallen vormen input voor de test.
Test:
- Heb je een tevreden gevoel in je lichaam over het hele verhaal?
- én kan je over het hele verhaal denken: “het is goed, niet te veel, niet te weinig”? (K+ en Ad)
NEE>>Operate
Denk bij jezelf: “Hier moet iets voor in de plaats komen” (Ad).
Herhaal dan stap 4 en 5 (laat iets nieuws opkomen uit je centrum en laat dat praten)
Test
JA>> Exit (rond af)
creëer een moment van rust, haal diep adem (K en EG)
kijk in gedachten naar beneden naar je centrum en bedank het (Vr en Ad)
maak oogcontact met de volgende en geef de beurt door (EG)
Zintuiglijk specifiek voorbeeld:
Input:
Ik kijk naar de reacties, ik zie dat mensen geëmotioneerd zijn. Ik voel een samentrekkend gevoel in mijn maagstreek. Ik denk, jongens het is genoeg geweest, dit moet korter.
Test:
Ik voel me nog niet tevreden over het verhaal en voel onrust.
Operate:
Ik voel me verantwoordelijk voor de situatie die ik gecreëerd heb. Die potjes roepen maar, ik doe ze open en daar komt de hele toestand. Daar MOET iets anders voor in de plaats komen, want dit gaat zo niet. Ik zeg “Ho, ho” tegen het potje en maak met mijn hand een gebaar van “laat maar, het is genoeg”. Ik zie hoe er wordt uitgezoomd, waardoor het potje steeds kleiner wordt tot er niets meer uitkomt.
Ik buig iets naar voren, kijk omlaag en maak contact met een ander gevoel, door in gedachten naar beneden te kijken. Ik wacht af tot er een ander potje tevoorschijn komt en ik geef hem de gelegenheid om te praten.
Test:
Na een tijdje voel ik weer een gevoel opkomen van ‘dit is genoeg’, maar nu heb ik een tevreden gevoel over het verhaal. Ik voel overal dat het goed is. Het is niet gespannen en niet los, het is gewoon goed. Ik denk: Dit is goed, niet te veel, niet te weinig.
Exit:
Ik haal diep adem. Ik zie in gedachten mijn potjes en bedank ze. Ik kijk rond en ik denk ‘dit vond ik wel genoeg voor vandaag. Er is natuurlijk altijd veel meer, maar dat past even niet in de situatie. Ik zeg ‘ik geloof dat ik het hierbij laat’. Ik maak oogcontact met de volgende en geef de beurt door. Ik zie in gedachte de schaduw over mijn potjes trekken.
Commentaar
Het kan me voorstellen dat mensen die nog nooit eerder bewust zijn geweest van hun centrum of daarmee contact hebben gemaakt, moeite hebben met de techniek. De techniek vraagt dan misschien best veel op het gebied van je te kunnen ontspannen, in je lijf komen, centreren. Met dat als doel is stap 1 en 2 al een techniek op zich.
Wat is de belangrijkste stap?
Als ik moet kiezen is stap 2 de belangrijkste stap. Deze stap vormt namelijk een basis en een voorwaarde voor de rest van de techniek. Het contact maken met je centrum en weten hoe (en dát) het reageert, is een belangrijke voorwaarde voor de volgende stappen.
Daarna is stap 4 de belangrijkste stap, waarin je aan de beurt bent en je nog niet weet wat je gaat vertellen. Je neemt hier de rust om even naar binnen te gaan en te wachten tot er wat opkomt. Hoe je dat doet en wat er dan opkomt, vormt de basis om te gaan praten vanuit je centrum.
Wat is de relatie tussen de stappen?
Stap 1 en 2 zijn voorbereidende stappen; jezelf ontspannen en contact maken met je centrum. De expert doet dit tijdens het voorstelrondje, het is iets wat zij automatisch al doet. In deze techniek heb ik er voorbereidende stappen van gemaakt omdat ze wel nodig zijn voor de techniek, maar te veel omvatten om tijdens het voorstelrondje te doen.
Stap 3 zorgt ervoor dat je bij jezelf blijft terwijl anderen aan het woord zijn.
In stap 4 en 5 ben je daadwerkelijk aan de beurt. Stap 4 zorgt ervoor dat je iets uit je centrum laat opkomen als je aan de beurt bent en in stap 5 ga je daadwerkelijk praten.
Stap 6 is een TOTE om te bepalen wanneer je stopt of bijstelt. Je rond af indien je tevreden bent en het goed voelt. Anders stel je bij en ga je terug naar stap 4 en 5. Stap 4,5 en 6 kunnen dus, afhankelijk van hoe het gaat, een tijdje een cirkel vormen totdat je voldoet aan de test en je afrondt.
Welke hindernissen verwacht ik bij de doelgroep en hoe wil ik daarmee omgaan?
De doelgroep voor deze techniek zijn NLP-practitioners die graag in groepen werken.
Vooral stap 1 bevat een hoop suggesties om te voelen en te ontspannen. Mogelijk heeft iemand, voor wie dit soort oefeningen nieuw zijn of voor wie hier moeite mee heeft, meer instructies nodig (een uitgebreidere GIP). Anders is het bij stap 1 ook mogelijk om een referentie-ervaring op te zoeken waarin iemand een heel diepe ontspanning gevoeld heeft, met een leeg hoofd, het denken rustig. En vervolgens die ervaring te ankeren. Wanneer het goed gaat in stap 1 verwacht ik hiermee weinig problemen in de overige stappen.